|
Ik ben lui. Te lui voor woorden. Maar toch...
Ik dwaal steeds kleine stukjes de wereld in. Kleiner nog. Mijn enorme ego is een strijder van weerzin. Hij is al vroeg geboren, ergens in de vierde klas. Toen ik altijd als eerste klaar was en stoute dingen deed bij het schoolbord, waar de leeraar mij niet kon zien en ik als ware einselganger steeds verder mij zelf in wandelde, weg van alle onzin. Onzinniger nog...
Ik heb ten gevolge hier van een enorm gebrek aan discipline. Terwijl ik stijf sta van het talent ben ik te laks om er wat mee te doen en slijt ik uren per dag in het koude licht van dit kutding, mijn computer. Het is zo makkelijk om een ander de schuld te geven. Makkelijker nog...
Omdat ik zelf niet de ballen heb om te doen wat ik wil kies ik keer op keer de simpelere weg van de eeuwige nietsnut. besta ik boven op dat talent en welke goede eigenschappen nog meer, ook uit kleine, vlijmscherpe stukjes wrok waarmee ik anderen bekritiseer met. Een nijdig soort humor die ik "lekker sarcastisch" noem. Het is triest. Triester nog...
Ergens binnen, zoals hier is te lezen ben ik mij ten volle van dit hele gebeuren bewust en voel ik mij leeg, zwak en eindeloos droevig. Pleng ik stiekeme tranen wanneer niemand kijkt en schrijf ik groots, wat niemand begrijpt. Maar, men zegt dat bewustzijn de weg naar verandering is. Dus ik heb hoop. Hoopvoller nog...
|