Hey Simon,
er staan we weer.
Zal ik voor je
zingen? Och, jongleren?
Zeg eens eerlijk
heb je alles niet al
gezien?
Laatst deed
hier weer iemand reuzegek;
niet gek
genoeg toch om mensen te verlichten.
Ach ja; mijn blik
verschoof
tien graden:
Vinkenoog
Simon Vinkenoog! Hij
is er, nog, hij is!
En christus,
nogantoe! Hij hoort! Elk woord!
Althans, zo zat je,
en ik keek, en jij zag mij niet,
en je keek, en het
leek althans alsof
je onafgebroken
luisterde.
En hoeveel jaar al?
Wanneer was de
laatste keer hier
dat je het dak zag
lichten
in de gloed van
iemands gloed
van
iemands gloed
van
iemands gloed
Was er ooit een keer
dat je met eigen
bloed had willen voeden
Opdat een bleke
dichter leefde
omdat je gewoon vond
dat dat moest?
Wanner was iemand
voor het laatst zo goed?
En hoe vaak verveelt
het?
Mijn blik verschoof
tien graden.
Ik zag je, jij
mij niet,
en het leek, alsof
je vijftig jaar al luisterde.