....Jij zei – ik zei, jij zei – ik zei....
Nee ! : ....jij zee – ik zee,
samen “oceaantje” spelen ? Nee ?
Of “huppeltje-druppeltje” misschien :
wie eerst overloopt is gezien ?
We doen samen eb en vloed,
is het goed ?
Een wedstrijd in deinen ?
Eerst “hóp !” – dan verdwijnen,
vergroten-verkleinen,
ik dúizel je zó Kuro Shio ! Oja Shio !
In golven dansen om een klif
- tienmaal om je Groot Barrière Rif,
en langs Kaap Hoorn, Zien, en Zwijgen
de eerste zucht van moessons hijgen
- een beetje passaat doet niemand kwaad ?
Of kleine bootjes doen varen
en van golfjes gebaren
-al je golven gebaren de zee,
doe je mee ?
....M’n lippen zijn klippen,
wijl m’n ogen staren als faren
in je ogen,
of gloeien als boeien die stoeien
om níets te verklaren,
en met geen storm te bedaren...
Ach, ben je nog mee ?....
Balanceer je een beetje,
mijn lief zoet-zout-zeetje ?....
Waarom bezinnen ?
‘k Laat je wel winnen,
dat wéét je !
Wat geeft het als ik verliezen zou ?
Ál mijn zonden monden in jou !