|
Mijn vader die in 1983 nog steeds op een Brusselse kamer zijn dagen sleet, hoorde sinds enkele dagen een vervelend geritsel als hij 's nachts op zijn veldbed probeerde te slapen. Hij vermoedde dat het om muizen ging want het brood dat hij met opzet onder zijn salontafel had laten staan, zat de volgende ochtend vol met grote gaten.
Moe van de slapeloze nachten besloot vader om naar een gespecialiseerde winkel te gaan waar hij muizenvallen kon kopen, hij kocht er voor de zekerheid zeven stuks. Hij plaatste die thuis op strategische plaatsen met een lekker stukje kaas als lokaas ...
En ja, toen het donker werd buiten knalde het ene muizenvalletje na het andere toe. Bij het ochtendgloren vond hij de arme stakkers morsdood bij de onaangeroerde stukjes kaas.
Goed dat er muizenvallen bestaan, besloot hij tevreden. En hij begon alweer te filosoferen met zichzelf. Vader had alle grote filosofen gelezen, vooral in Sartres existentialisme kon hij zich vinden.
En hij bedacht: ben ik zelf ook niet in een muizenval beland ... in dit benauwde kamertje en zonder één cent ? Ach neen, het zijn de rijkelui die als ratten in de val zitten. Ik ben zo vrij als een vogeltje...
En dus las hij Garcia's roman verder: Cent ans de solitude!
|