“Dit is de laatste keer dat jullie een rotje in huis afsteken! Geef ze onmiddellijk aan mij anders zwaait er wat!”
Geschrokken kijken de twee belhamels omhoog naar hun toornende vader. Oei, die kijkt kwaad! Zijn gezicht is helemaal rood aangelopen en een enorm grote hand hangt trillend van woede voor hun snufjes. Oh wat erg, papa wil alle overgebleven rotjes hebben! Het zal wel moeten want papa is de sterkste en grootste en papa weet alles! Dus ook hoeveel klappers er zijn. Twee knuistjes aarzelen naar papa’s hand als scheepjes die een ruimtestation naderen om hun peperdure lading af te leveren. Daar gaan ze, die fijne rotjes.
Het goederenplatform sluit zich om de astronauten en trekt zich tergend langzaam terug. “Hier hebben jullie speelklei in wel honderd kleuren van een goed merk bekend van tv”, buldert het ruimtestation, “en nu lief spelen. Ik wil jullie de eerste tijd niet weer horen!”
Beteuterd kijken de kleintjes van papa via de klei naar elkaar. “Jouw schuld”, fluistert er eentje vlug. “Nietus”, sist de andere snel terug. “Wellus”, klinkt het al iets venijniger. “Honderd keer niet...”, redt de andere nog net te steigeren waarna er twee schrille kreetjes klinken. “Pa-pa-wil-jul-lie-de-eer-ste-tijd-niet- meer-ho-ren”, articuleert een dreigende stem in twee, tussen gemene knijpvingers geklemde, oortjes. “ussss”, weet er eentje dapper af te maken, voor de grote stilte valt. Honderd keer nietus is een hele hoop nietus. Wat een overwinning!
Papa gaat aan de grote tafel zitten en kijkt nog een keertje dreigend naar zijn oogappeltjes. “Denk er om he!”
Wat maak je? Gaat je niks aan. Ik heb lekker toch meer kleiballetjes dan jij! Maar deze zijn veel groter en eten de jouwe lekker op. Nee hoor want de mijne hebben voetjes en rennen heel hard weg! De mijne hebben veel meer voetjes en kunnen nog sneller rennen. Nietus! Sssst papa hoort ons nog wellus...
Papa roert in gedachten verzonken door zijn koffie, speurt de kleine lettertjes van oersaaie paperassen. inketinketinkeinketinketinketink...
...hey die lijkt wel een monster. Ik ga ook een monster maken om de jouwe op te eten. Nou dan maak ik de mijne groter en stamp de jouwe plat. Nee dat kan niet want ik heb nog een monster en die eet dan aan de achterkant. Nou dan maak ik daar een lange staart en die slaat jouw monster lekker in de grond. Nee hoor want mijn monsters kunnen vliegen!
...etinkeinketink... Rimpels doorgroeven, een wenkbrauw slaat zijn vleugels uit en stijgt omhoog naar papa’s wijkende haargrens. ...etinkeinketink...
... ik heb op mijn monster overal stekels gemaakt, nu kunnen ze niet meer in hem happen. Nou dan valt er lekker een grote kleibal op jouw monster. Haha stommerd, nu zijn jouw monsters ook geplet! NietuswellusnietuswellusNIETUSWELLUSETINK!
“Duivel en God Verdomme kunnen jullie nu nooit een keer lief spelen! Jullie krijgen straf!”
Daar zitten ze dan, elk in een hoek. De een met Barbie, de ander met Ken...