|
Heupen wiegen gedag
onder beklemmend schaduwrijk licht
klim ik in de pen, mij zo geliefd
houd hem vast, als jou
je ranke lijf, blijf
zolang het duister je niet opslokt
is er hoop
hoop is ijdel
bedrukte lucht op een zondagavond
tussen een echtpaar
cirkelt rook voor je omhoog
terwijl je steeds verder
van me vandaan deint
een zeker donker tegemoet
wat rest is een enkel lichtpunt
als je je omdraait
het dwarrelt op de grond
wordt verpulverd
niets is nog langer zichtbaar
wat niet gevat kan worden
in een laatste oogopslag
en met mijn pen
hij schrijft je deze brief
in gedachten
zonder postzegel
zonder ook maar de wens
nu, of in welk heden dan ook
verstuurt te worden
|