|
Vaak ben ik een rare
Soms op het vreemde af
Rare taal, rare gebaren
Af en toe gewoon te maf
Het is een soort van vluchten
Want van tijd tot tijd
Draai ik met enkele zuchten
M’n rug naar de werkelijkheid
Dan vertel ik vreemde verhalen
En schrijf rare gedichten
Het is één van mijn kwalen
Eén van mijn gezichten
Maar m’n vrouw kan het verdragen
Hopelijk tot in het graf
Daarom neem ik eeuwig en drie dagen
heel diep mijn petje voor haar af.
|