|
Peter, de echtgenoot van tante Monique, was een luitenant-kolonel die het geschopt heeft tot F16-piloot van de Belgische luchtmacht. En ja, tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij wel eens bommen gedropt op Berlijn en dat zinde mijn vader niet. Er zijn immers vele onschuldige burgers getroffen geweest.
Op familiefeestjes bracht vader dat vaak ter sprake, vooral als hij teveel wodka had gedronken. Vriendelijk en beleefd werd hij dan verzocht om erover te zwijgen.
Tijdens mooie zomerdagen schaakten vader en Peter graag samen in de tuin. De kolonel moest daarbij altijd zijn meerdere erkennen in mijn hoog-intelligente vader. Ja, nooit moest vader het veld ruimen voor mijn oom.Terloops liet vader hem weten dat hij wel eens een parachute-sprong wilde wagen. Hij was toen nog een jongeman. Maar Peter wilde dat enkel riskeren als mijn vader nuchter was. Bovendien moest hij dit eerst bespreken met zijn collega's. Vol spanning wachtte vader de hele zomer lang op nader nieuws van zijn schoonbroer.
Tot hij op een ochtend de telefoon hoorde rinkelen. Het was Peter: Je hebt groen licht, man!
Zo gezegd zo gedaan. Vader volgde eerst een valschermtraining op de luchtmachtbasis. Terwijl hij samen met tien andere waaghalzen in het luid ronkende oorlogsvliegtuigje vertoefde, glimlachte hij naar Peter met een veelzeggende blik: ik ben in de wolken.
In de vredige blauwe lucht zweefde hij even later in hogere atmosferen, voelde zich zo vrij als een vogel en schreeuwde het uit van vreugde.Gelukkig stond hij nadien weer met beide voeten op de grond.
|