aan de rand vanwaar het leven voorbij raast
en niemand oog heeft voor een vluchtig beeld
staat een vrouw onder een treurwilg
die haar vreugde verbrokkelt en deelt
met eendjes lacht om haar mismaakte
weerspiegeling in de deining van troebel water
van ouderdom weet ze niet meer
welke uren de klok slaat
maar het boeit haar niet ze heeft immers alle