Het is een hachelijk pogen
doordat we ons met al te weinig omhaal
karig willen maken,
transparant in eenvoud,
in genegenheid.
Als ik het uiterste kon verdragen,
zou ik schrijven
en schrijven nogmaals.
Dan moest ik hurken
om de woorden te verzamelen en
sprokkelvaardig kon ik dan vertellen
over de fragmenten van
de schoonheid,
juist die schoonheid in verwarring
waarbij we ons op zwaartekracht beproeven,
dichter, dichter in begrip of
in kansen op verhulling.