|
in afwachting van dat ene geschrift:
Een penetratie, hoera? Wat een pigment, dat kaligrafisch een glanstand was. Een o.d. aan hordes decibel.
spoel ik aan op een zwammenstrand:
En ik, zo spang een randmongool, slijmereer als in een meer van menstruatie zachtjes neer tussen tegelkrochten.
Maar vooral: Hoogpollig onzin. En de vlekken op mijn tapijt.
|