Groeiop (samen)
Een slimme struik die mij omhelst
en overwoekert - even zoog ik
adem in toen loten aan mijn hielen
likten, uitlopers mijn enkels kietelden
ik noodde je tentakels hoger
bladeren reikten naar mijn dijen
Nu draag ik een rok van lover
wordt mijn borst door groen omvat
tot dat gebladerte gevaarlijk dicht
mijn strot benadert – dan maak ik
mijn armen vrij, steek ze in de lucht:
‘Gewonnen!’
Niet dat ik je takken afruk
wel dat ik ze aan mijn hart druk
met mijn tengels over jouw tentakels
hoofd en haar volkomen vrij
tongen waaien door het woud
als geesten
17 november 2007