|
en als weer de dood je leven in is gekomen, verdriet zaait zand losmaakt van woeste grond dan traan je met je ogen
en vraagt: bewaar mij met uw heilig woord waarin ik zo geloofde en toch meer twijfel heb dan toen er leven was
ik klop de deur, maar jij doet nooit meer open zoals je gisteren nog deed toen ik was en blij mijn hand vasthield
dood, verdomde dood ik haat je, hoor je mij ik haat je alle dagen door het mooiste mens, jij was
vandaag is alles leeg geen enkel jaargetij voor jou dat nog voorbij zal komen, alleen de dood
zo wars van alles in zonlicht tanend lig je daar, dood, zo maar een parel van een mens voor eeuwig slapend.
Jan, rust zacht
|