|
Links naast mij een schroeverige schrabbenkast
met klassieke klasseermapjes en schuifjes voor
zigzag hebbedingetjes en zogezegde zaakjes,
laat het maar komen op mijn schrijversnorm
of waarom antwoord je niet?
Het maakt mij een beetje verdrietig,
maar kom, mijn mini-imaginaire,
in de onderste lade bewaar ik
puberschrijfseltjes in de versloten kist,
de sleutel bewaar ik rond mijn hart.
Een jongen en zijn lolligheden en
bangheden - van wat toen scheen te zijn -
iets als een stuiterende stolp
van ondervleugels en een groot voorwerp
of een minkukel ietsje.
De wind blaast haastig of trilt
en even komt een vlaagje waanzin:
als het donker is,
een repeterende reuzenstap
of je belt haar even of misschien jezélf -
Dus je vervreemdt tot een klasseercirkel
en boven zweven een aantal wolkenvormen,
alles wisselt,
hun betekenis en wormpjes,
het denkbeeldige en het creatieve proces.
|