|
Vechtlustig zijn de klanten
van wapenfabrikanten.
Betaald wordt heel veel geld
voor agressief geweld.
Een niet zo rijke vent
wil ook wat rendement.
Hij blaakt van bruut geweld
en vindt zichzelf een held.
Hij ziet een vechtklant lopen,
wil hem een lel verkopen
en komt bedrogen uit:
het lukt 'm voor geen fluit.
De vent raakt tot z'n spijt
aan hem z'n lel niet kwijt.
De vechtklant, die soldaat is,
wil deze zelfs niet gratis.
|