|
Dit vers is alweer zo 'n hij/zijer
van Aubrey. Een vrouw zocht een vrijer
en oogstte succes
na een uur in Eemnes,
want ze kreeg er contact met een heier.
't Ging reuze gesmeerd allemaal
en hij heide als vakman z'n paal
in het lijf van de vrouw.
Enthousiast riep ze: 'Wauw!
Je geslacht is nog harder dan staal!'
Een bron van genot was voor beiden
hun huwelijksreis naar Ameide.
Het echtpaar genoot,
daar de huwelijksboot
met hen meedeinde, steeds als ze vrijden.
De vrouw had veel lol tot op heden.
Er wordt nu ontbering geleden.
Ze is niet zo blij:
soms gaan uren voorbij
zonder dat ze door hem wordt bereden.
- Maar zij redeneert: 'Na zo'n dip neuk
ik tóch weer.' Dan vindt ze de wip leuk.
Beloond wordt geduld,
want d'r wens wordt vervuld
en de huw'lijksboot lijdt zo geen schipbreuk.
Positief blijken thans d'r gedachten,
howel ze heel lang zit te smachten
naar intimiteit:
daar ze steeds minder vrijt,
laat de daad niet zo vaak op zich wachten.
|