|
ze vraagt me om een sigaret heroïne snijdt diepe dalen over een tandloos gelaat
mantelpakje, vuil van straat stilettohakje, bot van 't slepen
nederig omarmen haar vingers mijn sint Martinus' gift, Al Zakat vuur ontsteekt een warm gebaar
ze strijkt door ongewassen haren ebbenhout een laagje as en kijkt een ietwat schalks
alsof ze heel even verlegen droomt dat ze weer weer die ander was
"dank u heer", haar laatste woorden staar haar na tot zij opeens
de sigaret geeft aan een viezere junk die ik niet eerder zag, maar waar ze al die tijd al naast heeft gestaan
haar overspel doet beseffen roestvrijstaal de realiteit
en ik denk: "ze zijn in elk geval bereid, de bodem van de put te halen."
(een citaat uit een film)
hoeveel is slechts die ene sigaret gebietst, gekregen en gedeeld
wanneer jij thuis naast en slechts voor haar De Gouden Kooi kijkt
en ze niet eens je biertje wilt halen
"je heb toch geen polio!!!!", roept ze bits en zapt weg een reklameblok.
|