Ik heb de vorm ontdekt van wat nog komen moet. Het heeft nog niet echt een naam (komt nog), maar het past perfect in mijn jaszak. Makkelijk is het niet. Puntig, dat wel, met wat boogjes glad en ruw, net echt.
Het duwt een beetje in mijn zij, van binnenuit, alsof ik zwanger ben van wat geweest is en nog moet veranderen. Het dringt zich op.
Ik hou het steeds bij mij, wil het leren kennen. Een naam, dat moet wel dan. In mijn hoofd vraag ik om raad. Het zal wel komen. Ik denk aan de toekomst.