|
En even klonk er muziek
uit alle rennende porien
Uit alle rennende porien
klonk het leven volmondig
niet te stuiten vloeiend
vloeiend
door straten en over pleinen
en ik, opgenomen in de massa
van dansende voeten huppelde.
Huppelde zo zorgeloos onbekommerd,
als was mijn tijd nog daar.
Als was mijn tijd nog daar
tussen al wat jong, sportief
en niet te stuiten was.
En nog even klonk er muziek.
|