|
In een lade, diep weggestopt onder de kast, ligt alles wat vergeten, versleten is. Knutselwerkjes, dingen die anderen vaak mooi vonden, en ik bewaren moest.
Foto’s van mensen die mij kenden -dachten zij- maar er al niet meer zijn. En onderop, onder alle rommel, alle zooi ligt een brief, vergeeld van ouderdom
maar toch zo mooi, geurend ruikend naar het verleden, dat wat gebeurd is en niet –nooit meer zal zijn. Als ik één keer nog de brief in kijk,
vloeien mijn tranen rijkelijk, door lang verzwegen verhalen, de inkt vervaagt.
|