|
Van de hoertjes was Truida uit Stien de
bekwaamste en ook de gezienste.
Een rug in een wip! Ze
had onder d'r slipje
Een goudmijn: d'r kruis van verdienste.
D'r aantrekkingskracht was de reden,
dat mannen het graag met 'r deden.
Ze stonden in rijen
om met 'r te vrijen.
Een gat in de markt was d'r schede.
Een vent deed het gaarne met vrouwen.
(- publieke.) Het ging 'm berouwen:
de prijs voor 't gepaar
was voor hem een bezwaar.
- Maar Truida wou wel met 'm trouwen.
De twee gingen huwelijksreizen.
Beland in de bruidssuite zei ze:
"Ik vind je zo lief,
da'k voor 't halve tarief
je m'n schaamlippendienst zal bewijzen.
Onverstoorbaar besefte de vent:
"Door m'n vrouw wil ik worden verwend,
want d'r lijf is een feest.
Zeer corrupt is de geest,
maar daar raak ik stilaan aan gewend."
Hij zei toen "De prijs zal niet fout zijn.
Beroepshalve heb je een goudmijn,
zodat ik subiet
van gemeenschap geniet.
(- die van goed'ren, waarin we getrouwd zijn.)"
|