|
Verbaasd keek ik naar al die gouden tanden en vroeg me af wat dat grapje gekost zou hebben. Zij lachte alleen maar tot het tijd werd om te gaan slapen, zwaaide nog even aan de einder en verdween in zee.
De maan kwam in plaats van haar aan de hemel staan met een zandmannetje op zijn rug en glimlachte; "Mooi hè? ik ben de tandloze waak-slaap-maan, maar.. de morgenstond heeft goud in de mond, dat heb jij zelf gezien."
|