|
weldadig licht schijnt overal
vergeet-mij-niet en korenbloem, de trotse bomen
omarmen warme koestering
stil weggedoken of verzonken in hun dromen
de tijd verstrijkt, de lome wind
laat lichte huivering door ’t prille groen van stille landerijen varen
de zomerzon, lach van een kind
gefluisterd met de ruis van peppelblaren
een paradijs van licht en kleur
omgeeft mijn sterf’lijkheid van bevend leven
geboeide mens
verwondering
al wat mij is gebleven
maarten
inspiratie: Mendelssohn, Lieder ohne Worte, Op. 19, nr 1
|