|
met ogen dicht raak ik niet uitgekeken
op je ogenstrelen gezicht wit waaierig
zonlicht binnen, zo licht en
steeds weer terugkerende vingers
langs de lijnen zwijgend vertel ik
als je neergevleid bij mij, vrij
met lippen die van kussen houden
deel je adem spaar je warmte schilder
in de koude lucht
met oren dicht hoor ik je dromen,
wit licht dringt tot mijn wezen door
Dichter bij mij als ooit tevoor.
|