Maak mij monddood
en draag verontschuldigingen
in een rieten mand
onder je arm;
wees stil.
Neem mijn hand
en knijp de botjes fijner
dan kraakbenige holten
in jouw hand;
wees stil.
Draag mij zwijgend
naar de bel, een herinnering;
het verhaal van klepel
en klokken luidt weer:
wees stil.