|
De macho sprinkhaan in oranje giert met maxikettingzaag door mijn plantsoen. Op vlieren, berken, ja kastanjes viert hij lusten bot. Het is voor mij geen doen
verwoesting aan te zien met droge ogen. Het bos verwordt tot zaagselvlakte, kaal met enkel nog een eik waaruit gebogen tak als vragend teken steekt en taal
van vroeger spreekt: gewogen en te licht bevonden jíj die hier de winter ziet: het oordeel over hinderlijke bomen -
maar uit de stobben zullen loten komen, uit het lover nachtegalenlied. De aarde is nog niet voorgoed ontwricht.
1999 - 2007 versie 4
|