|
De geur van erwtensoep
waait mij stevig tegemoet
en over het zingende ijs
ook de gedachten van weleer
In mijn mond de smaak
van een lauwwarme chocomel
met een scheutje Strohrum
jammer, die tijd is niet meer
Kinders spelend op het ijs
hard gelach, veel plezier
maar helaas onder mijn muts
weggestopt, mijn haren grijs
|