We stonden beiden op de bus te wachten.
Ik stond hier. Zij daar.
We rookten een sigaret, ik hier en zij daar,
en gooiden de peuk in dezelfde waterplas.
Een plas die precies om die reden leek te zijn ontstaan.
"Het water spat niet op," zei ik,
"maar als je heel goed kijkt,
zie je dat net dat de kracht is
van doordringendheid."
"Hier heb ik op gewacht." zei ze.
En ze stapte de bus op.
"Hier heb ik op gewacht." zei ik.
En ik bleef staan.
We verdwenen beiden uit elkaars leven.
Ik stond hier. Zij daar.
Jürgen Nakielski