|
Die heldere nacht op de Noordzee haalde hij opgelucht adem, blij dat hij was kunnen vluchten.
Hij had zijn eigen persoon tenminste nog in eigendom, er was dus geen man overboord. Hij had grootse plannen.
Hij zag fakkels en buskruit het parlement en de koning oorlog en verderf, donkere gangen waar hij zou sterven.
Maar de storm wekte hem bruusk uit zijn nachtmerrie. Heavens! Wat 'n natuurtoestand.
|