|
Het is Winter, de kliniek ligt omringd met sneeuw De twee maanden aan mist probeerd maar op te klaren Freekje praat niet veel, maarals vaak veel te snel Dik bewalde ogen, hij zit alleen nog, het is vroeg...
Telkens als eerste in de ochtend zit hij daar in het rookgedeelte met die ogen diep in staar de kou in kruipend van het achter de ramen gelegen buiten stilzijnde, heerlijk stil zijnde één in niet bestaan...
De therapeuten proberen tevergeefs hem zover te krijgen dat hij weer de zin van zijn leven ziet, nog niet lukt dat en dat komt zeggen ze, door zijn afgewezen voelen hij zal zijn voelen niet meer moeten afwijzen, daarop wacht men maar...
Maar Freekje wacht niet meer, hij vindt dat hij al teveel heeft gevonden één ding in je leven vinden en daar volledig voor gaan Janis Joplin zong dat mooi, dat heeft Freekje nu gedaan en meer valt er niet te doen, hij is voor nu eeuwig klaar...
Er is geen begrip meer in zijn hoofd, over hoe de dingen gaan 'Waarom was ik toen ineens niet goed genoeg meer, en waarom...' Ankie kreunt een benepen 'Morgen', eruit, en staat dan even stil de rookruimte op te nemen en het zicht achter de ramen...
'Koud nog, hè', zegt ze, en ploft op de stoel langs die van Freekje neer Freekje geeft zijn glimlachspieren een korte ruk Enkele Koolmezen huppelen onder de groen gebleven dennenboom zomaar overheen de putjes die de neergevallen waterdruppels achterlieten...
Wakker worden is het mooiste dat er is, zegt Freekje een moment is het weer stil... Ankie denkt 'Zo meteen komen alle anderen weer...' 'ja..., zegt Freekje; 'Ja, zo meteen komen alle anderen weer...'.
'Ik, wil geen Stalker zijn, ik heb haar zo onnoemelijk lief...' Ankie, kijkt hem aan, en laat haar ogen even over hem glijden 'Je hebt vannacht weer gesneden, hè?...' zegt ze ...'Ja.' zegt Freekje. 'Ja...' zegt ze; 'ja... ik ook...'
De sliert aan rook die van de sigaret op de asbak opdwarrelt wordt langer en langer, en langer en langer, en Freek's handen liggen rustig in elkaar, terwijl hij aanschouwd hoe de rook voor hem haar leven lijdt
In dat zicht in de hoek, staan Ankie's benen die over elkaar gelegen een hartversnellend ritme staan te wiegen Rumoer wordt dan al snel lawaai met het vorderen der minuten De twee zitten tussen de anderen nu en
weer geeft niemand meer iets om een ander het is van geven en nemen, het leven, benen wiegen neurotisch middelmaat ogen aanschouwen bitter naar een lichte uitgang De eetzaal loopt langzaam vol, waar het ontbijt staat te wachten...
en dat was alles dat er van ze was om te zien Freekje duwt zwaar de vaste stof naar binnen de kaken gevoelend als twee benen die voorbij lopen aan een droom en vuur leggen op de sneeuw...
|