Gezocht
in een oud mis- en vesperboek van mijn ma
om drie uur ’s nachts in het noordstation
in de schoot van slechts één vrouw die ik bloeien liet
met gebogen hoofd voor het lijk van slechts één vorst
urenlang in eigen nat op een verdovende beat
in de trouwe blik van kinderen die ik later brak
met een strandmat en een deken als enig bezit
tussens de grove laarzen van mijn bataljon
achter de nokbalk van een huiskapel
in mijn eigen musée imaginaire
het mausoleum van mijn slapeloze nachten
tussen de zachte plooien van een Guantanamera
in het groen van jonge spruitjes
achter de heggen van een drassige kampong
in de kalligrafie van eigen hand
in een naakte pose door dertig potloden gemeten
languit op een hunnebed in Deense zon
ooit zal ik weten wat