een dichter leeft op barre grond
drijft op restjes levensdiep
dorst naar water maar sterft niet
een dichter kruist op scherp
kerft met verlangen hem te moede
in schraal onvruchtbaar land
een dichter is een man - geen moeder
lijdt onder verbondenheid - zij voedt
en laaft en schenkt - en sterft
met wie haar als een man ontving
geen dichter overleeft een vrouwenlijf
het vuur vergaat tot letterlijk