hij was heel stil
en dacht niet veel
zijn hoofd open gewaaid
zijn tastorganen kruipend
een zoeker in de tere lucht
een poƫet die in de ruimte ziet
zoals een man die op
de verschansing hangt
en naar de zee ziet
zoet glijdend het middelpunt zoekend
daar waar het licht breekt
en schrijft met lange handen