1.
Zoals op een doek verwachting
wordt gewekt die waar-
gemaakt moet het eindeloze streven
dat uitzicht alleen al
en het gedoe om er te komen
lagen schoonheid te likken
vanĀ een weerbarstig tafereel
schilder in een glazen atelier
binnen het raamwerk verteer ik het
stilleven uit delftsblauwe tijd
op een koffietafel gezet
zoveel scherven als ik daarvan maak
de mooie verte vreet ik
met een stanleymes uit
2.
Dat krijg je om de verte te slechten
moet ik wat me lief is achterlaten
er is meer er is verder
er is onrustĀ in wat ik vermoed
kijk naar wat zich aandient
het levert uit aan verbeelding
onderscheiden is nog geen afsnijden
kan ik het bezweren
voorzichtig om handen niet
te bezeren om niet in de vingers
te snijden met een brander
balanceert het vergezicht op mijn pols
waar hij het snijvlak raakt
trek ik resoluut een lijn