|
|
hij gelooft omdat God de touwtjes vast in handen heeft
trekt zijn vlinderdasje recht alvorens hij de deur uitloopt
naar buiten waar schommels uit de hemel worden neer gelaten
hij zoekt de mooiste uit één die bij hem past niet de grootste, niet de kleinste
dan schommelt hij in volle vrijheid tot ver boven de grijze deken
kijkt daar eerbiedig om zich heen en telt of Hij tien vingers heeft
|
|
|
Reactie gegeven door anno - 22:45 21-01-2008 |
|
|
|
hmmm, vind ik dan weer een betje voordehandliggend...
|
|
Reactie gegeven door Dibu - 17:22 21-01-2008 |
|
|
|
Wat dacht je van "Voor de zekerheid"? Het geloven is al voldoende benoemd in het gedicht zelf.
|
|
Reactie gegeven door anno - 11:26 21-01-2008 |
|
|
|
Ik ben het wel met je eens, er zou al wat meer vertwijfeling uit de titel kinnen klinken, wat dacht je van; goed gelovig?...?
Bedankt voor je re
|
|
Reactie gegeven door Dibu - 14:13 20-01-2008 |
|
|
|
De titel suggereert iets anders dan ik in de inhoud lees. De 'hij' gelooft omdat 'God' (de kerk?) de touwtjes vast in handen heeft maar controleert vervolgens toch even of die handen wel 'volmaakt' zijn. Een geslaagd gedicht volgens mijn bescheiden mening, maar een andere titel misschien?
Groet, Ludy
|
|
re: dichterbij ;goedgelovig |
|
Reactie gegeven door anno - 13:17 20-01-2008 |
|
|
|
Dat zeg jij ook heel aardig, dank je!
|
|
Reactie gegeven door dichterbij - 23:18 19-01-2008 |
|
|
|
dit heb je aardig verwoord.
groetjes
|
|
Reactie gegeven door anno - 22:28 19-01-2008 |
|
|
|
de hij, geschapen naar het beeld van de Hij, niet volmaakt maar zeer goed, zoekt eigenlijk in zijn menselijk denken naar houvast, in vertwijfeling of hij daadwerkelijk wordt vastgehouden, als je begrijpt wat ik bedoel.
Het geloven dat de touwtjes in handen zijn, maar het toch nog even na willen tellen of die handen wel 10 vingers hebben, en toch tegelijkertijd die vrijheid ervaren van een passende schommel.
groet en bedankt voor je reactie
|
|
Reactie gegeven door MirandaMei - 15:16 19-01-2008 |
|
|
|
Anno,
het einde van dit gedicht komt wat vreemd op mij over.
De 'hij' telt of 'Hij' (=God) tien vingers heeft. Dat werpt de vraag op hóe de 'hij' dat dan doet, dat tellen.
Waaraan meet hij dat af?
Bij mij komen bij het getal 10 de 10 geboden op. 7 Is het getal der vol(maakt)heid. Zo vertaald zou je kunnen concluderen dat de hij zich de laatste strofe eigenlijk afvraagt of Hij alles wel volmaakt geschapen heeft. Is dat ook wat je bedoelde te zeggen?
groet,
M.
|
De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
|
|