Je schaduw boeit mij
ik ben mos
dat door jou wordt bewogen
zo stil ik en droom
te ontsnappen
je groeit tot avondgrootte
ik ben de schemering de vreemdeling
met koppelangst en ga in open vlucht
het maanland achterna
je bloemenhanden verdorren
je vruchtbare lippen verdrogen
jij woestijnroos
(zullen je ogen ooit verdoffen?)
er is het zand dat grond geeft
ook al moeten druppels
om genade smeken
de kinderen van mijn ogen
die jij gewekt hebt
verga! verga!
voor de nacht me grijpt