Dubbel gebeid
Er zijn plaatsen waar je beter niet kunt komen. Het probleem is alleen dat je die niet kent. En als je ze kent dan is het te laat.
Zo ook gisteren. Ik loop nietsvermoedend een kroeg binnen, want ik had dorst. Een geldige reden zou je zeggen, maar ik had beter naar een openbaar toilet kunnen gaan, want daar hebben ze een kraan. Daar komt water uit. Prima tegen de dorst.
De kroeg was schemer verlicht, zoals dat hoort. Daarom ging ik aan de bar zitten zonder op te letten wie daar al zat.
‘Wat mag ik voor u betekenen, meneer?’
Een geestige barkeeper. Ik wees op de koperen bierpomp. Zo’n kroeg was het. In één teug leegde ik het glas. Diep zuchtend.
‘Wilde er wel in, hè?’ Een dame naast me.
Ik knikte zwijgend, zonder haar aan te kijken.
‘Ja, als er geen drank was...’ Ze zuchtte.
Oh god, conversatie. Het laatste waar ik behoefte aan had. Ik knikte weer, maar keek haar nu even aan. Basale beleefdheid.
Er zijn van die dingen, die je beter niet kunt doen. Ze beschouwde mijn blik als een aanmoediging. Ik voorzag dreigende confidenties.
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ja, als je alles van te voren wist.’
Ze zweeg nadenkend. Ik draaide met mijn wijsvinger boven mijn glas, de klassieke wijze van herbestellen.
‘Ik heet Annie.’
‘Ik niet.’ Beproefde geestigheid. Alleen pakte die hier verkeerd uit. Ze schaterlachte en sloeg mij gevoelig op de schouder. ‘Die meneer. Ha ha.’
Ze draaide nu met haar vinger boven haar eigen glas. Alleen was dat sterke drank. Dubbel gebeide genever. Aan de stand van haar ogen te zien niet de eerste.
‘Kent u Dirk?’
Ik moest het ontkennen.
‘Ik wel. En hoe. Niet dat Dirk niet zijn eigen verdiensten heeft, maar het blijft een Dirk.’
Ze sloeg het glaasje geoefend achterover en keek de barman aan. Die knikte. Ze wendde zich weer tot mij.
‘En u, meneer. Hebt u een Dirkje of iets van dien aard?’
Ze liet mijn sexuele geaardheid in het midden.
Ik overwoog vluchtig haar deelgenoot te maken van mijn persoonlijke sores. Ik besloot dat dat een onvruchtbare voortzetting zou zijn. Annie was weliswaar geen juffrouw meer, maar nog alleszins voorzien van benodigde faciliteiten.
Ik knikte. ‘Min of meer. Van tijd tot tijd. Soms.’ Ik liet in het midden vanuit welke geslachtelijke gezichtshoek mijn verklaring moest worden gezien.
‘U variëert.’
Ik schudde het hoofd. ‘Ik word gevariëerd.’
‘U schuwt verantwoordelijkheid.’
‘Als de pest.’
Ze stond op. ‘Ik ga effe naar de plee. Niet weglopen. Ik ben nog niet klaar met u.’
Of ik dat als een bedreiging of een belofte moest zien was onduidelijk.
hendrik