een volrijpe vrouw met zware heuppartijen
als een bloem die aan het hof van Eden herleeft
glad en stevig vruchtvlees dat om monden roept
maar niets geeft om dubbele tongen die antwoorden
in vreemde talen verloren gegaan tussen
heuvels vol misvormde rozen in volle bloei
laat jij me schreeuwen om de teugels van nacht