Weerzien
De handdoek die je
zoekt
al druppend net als
toen
wacht droogklaar
hangend om mijn hand:
drie maanden en nog
altijd om mijn hand.
Je haar is langer
geworden.
Ik zwem tegenwoordig
om af te vallen.
Je kust dieper en je
bijt een beetje,
waar heb je zulke
kuss-
Laat maar.
Ik heb geen eieren
in huis
en ook geen rooibos
meer.
In plaats daarvan wel munt:
lust je munt?
Je haar is langer
geworden.
Die stoel, ja die's
nieuw;
hoe kom je aan die
zilveren -
Laat maar.