zodra de nacht begint te draaien
legt zij haar haren naast zich neer
draait zich nog een keer
verliest haar oor in een te groot kussen
zoals eerder
toen in een spraakwaterval
met zeven toehoorders langszij
zij hoorde er eigenlijk niet bij
ze zucht
en terwijl ze haren splijt
de wekker wakkere uren telt
raakt ze de nacht weer kwijt
aan gisteren