|
thuis was nooit een plek, nooit een zonnig
stukje grond met een onderkomen
nooit een huis, hutje of kamer
nooit de mensen die er woonden
en je liefhad, nooit het uitzicht of
de horizon die je zag
het waren de wolken in je hoofd
soms wit, soms wat donker
maar horend bij jou
het water neemt het leven weg
en verdampt en jij wordt stof
nu ben je je wolken kwijt
zo aangespoeld
|