Statig
freule prijst de spijzen
graast het heerlijk zoet zo zoet
vreest niet van de duister zijde
aan wiens voet gij voeden zout
zucht
geslaakt aan wouden kant
laat verend groen volgaarne door
-een wel gevormd beha gelijk-
haar ongerepte boezem strijken
dwaalt
dus danig deze rokken
tot uw adem reiken kan
zoekt er rug gekromde stokken
onder
dauw fluweel bedolven
proeft
dan rijt er flarden van
deinen leeftocht zoge wolven