"Wie zegt mij dat mijn buurman
Mij niet morgen slacht?
Wie zegt mij dat?
WIE ZEGT MIJ DAT?!"
men vindt ons raar.
alweer verhuisd
hij wil niet landen.
En de Oerlemansen: dom
De Frederickxen stompzinnig
Die van Beentjes in vergelijking nog te doen.
die les steeds, opengesperd in zijn pupillen
"want draai de mensen om en vind hun haat"
bij daglicht schrikt hij van zichzelf
even geen wijn meer
...
heus, ook ik wacht op een pogrom
help me hopen, onvoorbereid te zullen zijn