hij neemt de munten van m’n ogen
en draagt me naar zijn boot
ik voel me opgetogen
al ben ik kennelijk dood
er is het wiegende
bewegen op het water
de besliste haal waarmee
hij aan de riemen trekt
en de zachte schok wat later
waarmee de eindreis zich voltrekt
een zwijgend wachten tot ik opsta
een knik – als groet bedoeld
terwijl ik moeizaam uit de boot ga
zie ik mezelf daar liggen
aangespoeld