|
Laat de toekomst nu nog maar gesloten
de wolken zijn al zwart genoeg
straks komt de bui en vult de sloten
waartoe ik reeds dat jasje droeg.
Nog even gluren zonnestralen
en werpen licht nog op de grond
nog snel wat warmte binnen halen
een onweer breekt weer los terstond
de grond raakt dra doordrenkt met tranen
alsof het nimmer lente was;
opnieuw een herfst zijn weg komt banen
die tot de zomer winter las.
Het hagelt grote winterstenen
dat stormt de winterwoede weg
de bliksem flitst zijn lange tenen
en keert met rampspoed terug tot pech.
* * * * * *
De bliksem flitst zijn lange tenen,
wanneer stormt ooit die woede weg?
Het hagelt grote winterstenen
die elke zomer winter las.
De herfst komt hier zijn weg weer banen,
alsof het nimmer lente was.
Een onweer breekt weer los terstond,
dus snel wat warmte binnen halen.
Er is wat licht nog bij de grond
maar even snel een jasje halen.
Straks komt de bui en vult de sloten
de wolken drijven zwart nabij
Dus laat de toekomst maar gesloten,
misschien trekt alles nog voorbij.
|