De warmte van een pas gelegd ei
liggend in een gerimpelde hand. Het donsveertje
dat in de schaal geklonken lijkt, gevat in rouwranden
die rondom nieuw leven voorzichtig, niet te stevig
proberen te grijpen, vast te houden, zich op te richten
Een stap, de rug langs neusgaten halend, fluim op de grond
haar schat in het mandje gelegd, hoort het fluiten niet
dat weerbarstig en doordringend
het leven zal weerhouden van
wederopstanding