Zwier op vleugels van vergeeld papier
door het zwerk der verbeelding
De kanten brandend zwart
in flakkerende kaarsvlam is hij
gerafeld en rest hem nog slechts één kwartier
Vier de touwen van 't intiem plezier
en bevaar de woelingen der streling
Een arm van links naar rechts
met pen, penseel in't hart gestoken
wrekend als rapier
Schrijft in tranen, snijdt dwars doorheen
zijn ziel een laatst verhaal
van lang voorbij vertier
Met stromen bloed ondertekende hij fier
de eenling, lachend het contract
een werk van inbeelding, geen gedachten
aan gevolgen, dat hem nauwelijks verder bracht
dan ver gedroomd van hier