|
Ik weet je hebt er niet om gevraagd,
maar eens je er was, de ogen nog dicht,
lag je gerold en gelikt uit het licht,
voorzichtig heb je de eerste sprong gewaagd.
Onversaagd de lange klim in de boom,
klapperend je leeftocht naar jonge mussen,
de lenige jachtlust niet meer te sussen,
tot je in het gras viel slaapdronken, loom.
Later je onnavolgbare dolen, de buurt
onveilig voor je bronst, geen poes
of je hebt ze bejaagd en aangevuurd,
tot ze jankte, meegesleept in je roes.
Ik heb je zo vaak zachtjes mogen strelen
maar je bleef onbereikbaar, niet te delen.
|