Zo vaak wij verliefd waren
verloren wij elkaar
Hoewel zijn getij mijn strand
met veel gebulder overspoelde
zie je bij eb pas
wat hij schreef in 't zand
Zo breek ik mijn hart
twee maal per dag
en kneed het deeg
voor het brood van morgen
mijn natte sokken op de kachel
Ik zwaai naar de vrouw in het tuinhuisje
Zij zwaait naar de vogels
een wolk die voorbijgaat
Zonder iets te vragen
zonder iets te zeggen