Terwijl de wind gaat liggen
en zilt in blad’ren wordt
opgenomen, dan klinkt ver
weg van hier een hoender
in het hok.
Laat ik rust toe
in m’n aderen, zie
vogelvluchten
tijd doorkruisen
als mijn eigen
kruistocht.
Want ik bad voor zon;
licht in dit avondrood
maar stikte
in mijn woorden.